De Noorse esdoorn is een boom die zijn bladeren verliest. In het voorjaar zijn ze groen en in de herfst worden ze geel en soms rood. Deze winterharde boom, zeer wijdverbreid in Frankrijk, is waardevol door zijn snelle groei. Het hout wordt gebruikt voor timmerwerk, voor vloeren en de assen worden gebruikt om potassium te maken. De Latijnse naam Acer betekent scherp, vandaar het Franse woord "acéré" (scherp). De boom dankt zijn naam aan zijn hout dat in de oudheid werd gebruikt om speren te maken.
• Groei: snel
• Hoogte: 10 tot 45 meter
• Gebladerte: afvallende bladeren, altijd tegenover elkaar staand, met 3 tot 9 nerven in palmvorm, waarvan de belangrijkste zich in het midden van het blad bevindt
• Stam: witte, grijze of cinnaberrode strepen in de lengterichting
• Schors: eerst glad en geelgrijs, dan roodgrijs en donkerder naarmate hij ouder wordt en afbladdert.
• Kleur: paars, scharlakenrood, oranje, geel of zilver, afhankelijk van het seizoen
Deze soort maakt het bos sterker en veerkrachtiger. Dankzij de verbetering van de biodiversiteit, wordt het hele perceel gezonder. De verwachte rentabiliteit ervan is gekoppeld aan de houtkap op de plek waar hij groeit.
